Indeling:
Feedback naar Danelle Kroon
Filmpje vertelpantomime
Feedback vertelpantomime van Boaz Prins
Reflectie op gekregen feedback
Model korthagen
Script vertelpantomime
2 boeken gekoppeld aan vertelpantomime
Feedback naar Danelle Kroon
Feedbackformulier Instructiefilm BP 1.1.1.
Kunstvaardig
Jouw naam
is: Maroesja Kool
|
|||||
Ik heb een
instructiefilm bekeken met de werkvorm:
|
Samenspel
|
||||
Deze film
is gemaakt door de volgende studenten:
|
Danelle
Kroon
Leroy de Raad
Boaz Prins
Ursula Gajadine
Quirine Erftemeijer
Iris Wessels
|
||||
De film is
een goed middel om aankomende leerkrachten te ondersteunen bij het aanbieden
van een drama/dans werkvorm voor een bovenbouwgroep van 25 – 30 leerlingen
|
Voldoende
Ja het was
alleen een beetje lang maar de uitleg was wel erg goed. Bij demonstratie kon
het wat korter en bij de voorbeelden. Er was wel heel duidelijk uitgelegd.
Beeld en spraak kwamen altijd gelijk aanbod.
|
||||
Motivatie:
|
Heel
duidelijk ook voor niet aankomende docenten.
|
||||
Duidelijk
wordt hoe een aankomende leerkracht deze drama/ dans werkvorm aan kan bieden
aan een bovenbouw klas van het basisonderwijs: Een leek zou door de getoonde
stappen te volgen tot een dergelijke uitvoering van de werkvorm moeten kunnen
komen
|
Voldoende
Het was duidelijk ondanks de duur van het filmpje. Doordat jullie veel voorbeelden had duurde het filmpje heel erg lang maar hierdoor snapt de kijker wel alles. Als buitenstaander kan je dit goed volgen. |
||||
Motivatie:
|
Denk de
volgende keer wel hoeveel voorbeelden jullie gaan geven en waar. Welke
onderwerpen zijn moeilijk en krijgen meer uitleg en welke zijn makkelijker en
kan je weglaten?
|
||||
In de film
is de onderstaande informatie verwerkt:
|
Voldoende
Ja, dit is
heel goed gedaan. Alleen dat 'korte' was meer een 'lange' toelichting.
Dit is
niet duidelijk aangegeven. Misschien konden jullie bij het monteren van het
filmpje dit nog een keer duidelijk in beeld brengen.
Ja
Doordat
het filmpje zolang was kon je beter belangrijke elementen in het filmpje
tijdens de opname zichtbaar maken. Net als de voorbereidingen. Ook al was het
wel gezegd.
|
||||
Motivatie:
|
Het
filmpje is erg lang wat niet erg is maar hierdoor vallen hoofdzaken met
bijzaken samen. Dit konden jullie verbeteren door de hoofdzaken tijdens
montage in beeld te brengen.
|
||||
In de film
is de onderstaande informatie verwerkt
|
Voldoende
De
productierol was niet duidelijk
De datum
wel
Het doel
niet
De naam
wel
|
||||
Motivatie:
|
twee van
de 4 heb je vandaar een voldoende.
|
||||
Alle
deelnemers van een subgroep zijn zichtbaar aanwezig in de film en spelen een
rol.
|
Voldoende.
Iedereen heeft
duidelijk een rol. Iedereen legt uit en iedereen speelt. Zelfs de taak van de
camera is verdeeld. Een goeie samenwerking.
|
||||
Motivatie:
|
Je kan uit
het eindwerk zien dat er een goeie samenwerking is geweest. Klopt dat?
|
||||
In de
instructiefilm zijn de volgende ‘scenes’ te herkennen:
Studenten
laten de werkvorm zien, zoals deze na de voorbereiding en oefening, in de
klas uitgevoerd kan worden.
In een
aantal heel korte scenes, laat steeds een detail zien waar je bij de
uitvoering van de werkvorm in een bovenbouwgroep, op moet letten. Zie het
boek ‘Kijk op Spel’ voor deze informatie.
|
Onvoldoende.
De beide scenes zaten er wel in maar omdat het filmpje zolang is en omdat er
zoveel voorbeelden bij zaten werd het onduidelijk. Ze zaten er dus wél in
alleen de volgende keer net iets korter of bij de opmaak nog een keer
expliciet noemen.
|
||||
Motivatie:
|
Niet alles
wat je opschrijft in het verslag moet je ook filmen. Je hoeft alleen maar een
korte instructie en een korte demonstratie te geven. Desondanks was het
filmpje wel heel erg goed gefilmd. Nooit stond het beeld stil.
|
||||
De film
heeft een prettig tempo en is boeiend, prikkelend voor de doelgroep.
|
Onvoldoende
|
||||
Motivatie:
|
Helaas was
het filmpje echt te lang waardoor je halverwege af begint te haken. Jullie
hebben wel een leuk liedje aan het begin gedaan waardoor je wel nieuwsgierig
was naar de rest van de film.
|
||||
Op de
instructiefilm heeft de student middels een quadblogsessie van medestudenten
commentaar ontvangen en verwerkt. Het commentaar wordt geschreven op basis
van de bovenstaande punten.
|
|||||
Motivatie:
|
moet je
nog doen :)
|
||||
De film
duurt tussen de 4 en 5 minuten.
|
10 minuten
|
||||
Instructie filmpje vertelpantomime
Voor drama moest ik samen met medestudenten een instructie filmpje maken over een vertelpantomime. Hieronder zie je het resultaat.Natuurlijk was het wel in een leuk thema: Piet Piraat viert feest
De feedback die ik ontvangen heb
Reflectie van de feedback
Naam student: Maroesja Kool
Feedback gekregen door: Boaz Prins
Werkvorm: Vertelpantomime
Namen groepsleden: Maroesja Kool, Madelon Kolhuis Tanke, Amber Storm,
Chris de Laak en Patrick Peschier.
Samengevat gaat de feedback die we hebben ontvangen
op ons
De feedback
die wij kregen was erg kort. Het filmpje was eigenlijk te lang en sommige
elementen zaten niet in ons filmpje. Ook werd er gezegd dat niet iedereen in
ons filmpje aanwezig was.
scèneplan:
wij hebben
geen feedback gekregen op ons scène plan
theatrale product
hierover: het was te lang, niet iedereen zat er in en niet alle
elementen zaten er in.
Hierin kan ik me vinden: Ja, in het filmpje zaten niet alle
elementen en hier hebben we bij de verbeterde versie op gelet.
Motivatie: de volgende keer moeten wij de criteria van het
beroepsproduct erbij houden als we dit maken.
Hierin kan ik
me niet vinden: iedereen zat wel in het filmpje alleen niet
tegelijkertijd of op de juiste manier.
Motivatie: Natuurlijk is het zo dat ik apart zit met de
medestudenten. Wij weten ook dat dit eigenlijk niet hoorde maar als je kijkt
naar het samenwerken hebben wij het uiteindelijk toch opgelost en gedaan. Het
is in eerste instantie niet perfect maar we hebben wel heel veel geleerd van
het samenwerken en uiteindelijk zijn we er wel allemaal in gekomen.
Op grond van de ontvangen feedback zou ik het
theatrale product een volgende keer op deze wijze aanpassen:
Ik zou de
volgende keer de criteria erbij houden. Doordat ik deze erbij hou maak ik niet
de fouten als: te lang en gemiste
punten.
Reflectiemodel volgens
Korthagen
Stap 1 Ervaren
Op welk
e ervaring wil je
reflecteren?
Ik wil vooral terugkijken
naar het samenwerken tijdens de opdrachten van drama.
Stap 2 Terugkijken
Beschrijf deze ervaring
Het samenwerken begon goed
maar later werd het wat slechter. Dit kwam omdat ik mij niet aan de afspraak
een keer had gehouden en omdat er een slechte communicatie was. Door deze twee
punten was er een klein ‘conflict’ wat we gezamenlijk hebben opgelost. Ik heb
de taak van het monteren op mij genomen en het verbeteren van het script om zo
de gemiste afspraak in te halen.
Ik ben mij bewust van de
volgende essentiële aspecten
Ik ben mij bewust van dat
de communicatie niet super goed was en ik niet moest afwachten maar het moest
zeggen. Ik weet dat als ik had gezegd dat ik het gevoel had dat ik ‘buitengesloten’
was dat de kleine incident niet gebeurde.
Stap 4. Ontwikkelen van
persoonlijke leerdoelen
Volgende keer als er een
samenwerking opdracht is zal ik duidelijk de communicatie aangeven. Daarnaast
zal ik ook mee komen als mij iets op valt bij het samenwerken en hoe ik mij
hierbij voel.
Stap 5. Toepassen
Consequenties voor PO
Ik ga bij de
volgende opdracht de criteria uitprinten en mee nemen voor de groepsleden. Zo
kunnen we beter zien hoe we alles gaan verdelen en waar we op moeten letten.
Daarnaast maak ik een groepsapp of een goeie communicatie via de mail mogelijk.
Verbetering instructie filmpje
Nadat een medestudent ons feedback had gegeven kwamen we erachter dat er meerdere punten niet in ons filmpje voor kwam. Mijn medestudenten hadden hun blog al ingeleverd daarom heb ik alleen de verbeterde versie. Ik heb hem zelf nog even snel verbeterd :)Dit was het eindresultaat:
Script van vertelpantomime
Taakverdeling:
Patrick Peschier: theorie script
Madelon Kolhuis Tanke: demonstratie script.
Amber Storm: demonstratie script
Maroesja Kool: montage en muziek/geluiden
Chris de laak: theorie script
Rollen:
Patrick Peschier: Docent
Madelon Kolhuis Tanke: Leerling en uitlegger
Amber Storm: Leerling e warming-up
Maroesja Kool: Voice over en uitlegger
Chris de Laak: leerling en filmer
Scènes:
Aantal scènes: 7
Tijdsduur per scene:
de tweede scene is het langst (halve minuut) samen met de vijfde scene
(1 minuut).
Duur van voice over: 20 seconden
Totaal duur: 3 minuten en 53 seconden
Scene 1: Patrick Peschier (docent), Amber Storm
(leerling) en Chris de Laak (leerling)
Scene 2: Madelon Kolkhuis Tanke (uitleg)
Scene 3: Maroesja Kool (uitleg)
Scene 4: Amber Storm (docent), Chris de Laak (leerling)
en Madelon Kolkhuis Tanke (leerling)
Scene 5: Patrick Peschier (docent), Chris de Laak
(leerling) en Amber Storm (leerling)
scene 6: Maroesja Kool (voice over en uitleg)
scene 7: aftiteling en bloopers
script:
Patrick Peschier
Introductie
Jongens en meisjes we gaan
zomenteen een vertelpantomime doen. Ik ga jullie een verhaal vertellen en dat
gaan jullie helemaal uitbeelden. Jullie hebben al wat oefeningen gedaan.
Madelon Kolkhuis Tanke
Wat is
vertelpantomime?
Voor welke groep?
Wat stimuleert het?
Wat zijn
belangrijke kenmerken?
Vertelpantomime is een vorm van
dramatisch spel waarbij de leerkracht een verhaal vertelt en de leerlingen dit
gezamenlijk in de klas uitvoeren. Deze vorm stimuleert de non-verbale
communicatie omdat de leerlingen niet mogen spreken. Het verbeterd ook de
concentratie en de fantasie van de kinderen. Het is zowel geschikt voor de
bovenbouw als de onderbouw. Bij de onderbouw moet je erop letten dat je eerst
met de leerlingen de moeilijke dingen bespreekt zodat ze in het verhaal weten
waarover het gaat. Bij de bovenbouw moet je erop letten dat je een beetje een
stoer verhaal kiest en dat je een klas kiest die nog niet zoveel drama heeft
gehad. Belangrijke punten bij vertelpantomime zijn: fysieke inzet, uitvergroten,
kinderen moeten het precies doen en geen verbale communicatie.
Maroesja Kool:
Waar
moet je op letten bij een vertelpantomime?
Bij een vertelpantomime is het
belangrijk dat het in de tegenwoordige tijd gaat gebeuren en niet in de
verleden tijd. Daarnaast is het belangrijk dat er bewegingen zijn die de hele klas kunnen doen en ook
tegelijk met ze alle gaan doen.
Amber Storm
Warming-up
We gaan verschillende houdingen doen als warming-up voor
de houding.
Amber zegt: ‘stoer en denken’. De leerlingen (Madelon en
Chris) doen dit na als opwarming voor het verhaal.
Als warming-up voor bewegen gaan we alvast verschillende
houdingen uit het verhaal alvast uit proberen. Roeien, graven en balanceren.
Amber zegt: ‘roeien, graven en balanceren’. De leerlingen
(Madelon en Chris) doen dit na als opwarming voor het verhaal.
patrick Peschier:
Het
verloop van het verhaal.
ze gaan in de roeiboot zitten en
moeten tien keer roeien willen ze bij het eiland aan komen. Eenmaal aangekomen
zien ze dat ze bij een hele woeste rivier aangekomen zijn. Daar ligt een hele
grote boomstam over de rivier. Dat is de enige weg er overheen maar dat moet
wel heel voorzichtig. Dus heel voorzichtig een voor een balanceren ze er
overheen. Eenmaal aan de overkant, beginnen ze als een gek te graven onder de
boom. En jawel hoor, daar komt die, een hele grote schatkist. Ze zetten de hele
grote schatkist op de grond en beginnen te friemelen aan het slot tot ze het
open kunnen krijgen. Ja, de schatkist is open. Allerlei ballonnen, slingers en
feestelijke versieringen komen eruit.
Maroesja kool:
Wat
ging er fout?
Hier is de docent niet duidelijk in
wat hij wilt dat de leerlingen doen. Hij zegt namelijk het woordje feest met
slingers en ballonnen. De ene leerling kan rondjes rennen en de andere leerling
kan springen. Dit zorgt voor chaos in de klas.
Maroesja Kool:
Wat
kan je beter doen?
Je kan beter het woordje feest
koppelen aan een activiteit. Bijvoorbeeld een rondje draaien of klappen. Bij
kinderen moet je dus heel duidelijk zijn en kan je niet zomaar het woordje
feest gebruiken.
Boek gekoppeld aan vertelpantomime
ik
moest een boek uitkiezen (geschikt voor de bovenbouw) en daarna het
verhaal met verschillende invalshoeken benaderen. Dit boek moest ik
daarna koppelen aan mijn gekregen werkvorm: vertelpantonomime. Later zal
op dit blog een filmpje en een script verschijnen van de gemaakte en
uitgelegde werkvorm.
Boek met thema feest!
Geschreven door: Marit Tornqvist |
Soort: Met illustraties |
Taal: Nederlands |
Leeftijd: 2 - 8 jaar |
Korte Samenvatting: Fabian is samen met zijn moeder op stap voor de inkopen van een groot feest waar ze naar toe gaan. Fabian fantaseert zich er op los. Hij denkt na over grote pleinen met veel limonade en lekkernijen. Ook denkt die aan allemaal dieren die er zou kunnen zijn. Zijn moeder irriteert zich een beetje aan Fabian die de hele tijd vol fantasie zit.
The Phrase that pays: Wat fantasie doet met het woordje feest
Droom: Fabians droom is een mooi en groot feest met bijzondere dieren. Hij heeft allemaal fantasie ideeën die hij werkelijk wilt maken tijdens het feest. De moeder van Fabian wilt gewoon op tijd zijn voor de inkopen van het feest en hecht niet zoveel waarde aan alle ideeën van Fabian.
Fantasie: er is zeker sprake van verbeeldingskracht. Fabian fantaseert namelijk bijna het hele boek door over het woordje Feest. Ballonnen, slingers, dieren, tafels, eten etc.
Astronomische: er is geen sprake van astronomie Religieus: in dit boek is er niet specifieks iets religieus maar in elk gezin kan wel feest anders vieren en andere soorten daarvan vieren. Het is dus meer de achterliggende gedachte van het boek. Tenslotte, heb ik aan het begin vertelt dat ik het gekozen boek zou koppelen aan mijn werkvorm: vertelpantomime.
Hoe is het boek 'Fabians feest' gekoppeld aan de werkvorm: vertelpantomime? Voordat ik deze vraag kan beantwoorden zou ik eerst wat kenmerken geven van vertelpantomime, want wat is dat nou precies? Vertelpantomime is een verhaal die wordt vertelt (door de leerkracht) en tegelijkertijd word uitgebeeld (door de leerlingen). Deze werkvorm is individueel en is vooral bruikbaar in het onderbouw (oudere kinderen missen uitdaging). Je kan een vertelpanomime met muziek doen of met bijvoorbeeld spelmaterialen maar wat je ook kiest, ze hebben allemaal gemeen dat er niet gepraat word.
Wat doe je als je beginner van vertelpantomime? Het is makkelijker om niet te beginnen met de hele klas maar om deze in te delen in groepjes. Ieder groepje heeft een eigen rol.
Terugkoppeling naar het boek: 'Fabians feest'. Nu je weet wat mijn werkvorm betekent kan ik het eenvoudig koppelen aan het gekozen boek. De klas kan in verschillende groepen worden verdeeld: groep 1: Fabian
groep 2: de moeder
Groep 1 loopt dromerig rond en groep 2 reageert daar op.
Dit is alleen maar een idee, wat mij persoonlijk veel leuker lijkt is om de hele klas Fabian te spelen. Alle leerlingen worden ook zo weer gestimuleerd om te fantaseren wat op latere leeftijd op filosoferen kan leiden.
De docent is dan de moeder die tegelijkertijd de handelingen noemt die de leerlingen moeten gaan uitbeelden.
Bijvoorbeeld: 'Fabian!, stop is met springen'.
Boek zonder thema feest:
Bron: een bende in de bovenbouw
De schrijfster: Jacques Vriens
Uitgeef datum: 1988
Aantal pagina’s: 167
Oorspronkelijke taal: Nederlands
Inhoud:
In de bovenbouw van de school word juf Ineke vervangt door Meester Jan-Willem. Er is een bende opgericht door een leerling (Diederik) die zijn medestudenten ook erin te krijgen. Daarnaast is er sprake van liefde, vriendschap en verdriet.
The Phrase that pays: het omgaan met machtsverbruik (en dictatuur) en discriminatie.
Droom: verschillende leerlingen hebben verschillende dromen. Zo heeft Diederik de droom om twee medeleerlingen in zijn bende te krijgen en hebben die twee leerlingen juist de droom dat ze dat niet hoeven. Daarnaast is er nog de droom van twee leerlingen (die allebei verliefd zijn op dezelfde jongen) om verkering te krijgen. Ondanks de soorten dromen denk ik dat er ook één gezamenlijke droom is: Juf Ineke die niet weg moet gaan en het overleven in de bovenbouw.
Fantasie: er is geen sprake van verbeeldingskracht. De bende die de leerling heeft opgezet bestaat ook daadwerkelijk, ook al is ‘bende’ een groot woord.
Astronomische: er is geen sprake van astronomie Religieus: in dit boek is er niks religieus.
Hoe is het boek 'een bende in de bovenbouw' gekoppeld aan de werkvorm: vertelpantomime?
Voordat ik deze vraag kan beantwoorden zou ik eerst wat kenmerken geven van vertelpantomime, want wat is dat nou precies?
Vertelpanomime is een verhaal die wordt vertelt (door de leerkracht) en tegelijkertijd word uitgebeeld (door de leerlingen).
Deze werkvorm is individueel en is vooral bruikbaar in het onderbouw (oudere kinderen missen uitdaging).
Je kan een vertelpanomime met muziek doen of met bijvoorbeeld spelmaterialen maar wat je ook kiest, ze hebben allemaal gemeen dat er niet gepraat word.
Wat doe je als je beginner van vertelpantomime?
Het is makkelijker om niet te beginnen met de hele klas maar om deze in te delen in groepjes. Ieder groepje heeft een eigen rol.
Terugkoppeling naar het boek: 'een bende in de bovenbouw'.
Nu je weet wat mijn werkvorm betekent kan ik het eenvoudig koppelen aan het gekozen boek. De klas kan in verschillende groepen worden verdeeld:
groep 1: de bende: hun lopen stoer, stelen en probeert groep twee uit te dagen (kom er ook bij).
groep 2: de leerlingen die hiertegen protesteren: ze schudde hun hoofd maar kijken soms ook nieuwsgierig naar groep 1.
leerkracht: de leerkracht is de verteller. Hij/zij zegt dat er in de bovenbouw een leerkracht weggaat waarop beide groepen (groep 1 en 2) jammeren. Daarna volgt een stuk van het verhaal en vertelt ze over de bende en de rest van de leerlingen.
Waarom je bij het koppelen van het boek aan deze werkvorm niet alleen Diederik kiest als bendelid, is omdat veel kinderen het eng vinden om in hen eentje 1 rol te spelen.
Reactie op je filmpje van drama: Door Danelle Kroon.
BeantwoordenVerwijderenFeedbackformulier Instructiefilm BP 1.1.1. Kunstvaardig
Jouw naam is: Danelle Kroon
Ik heb een instructiefilm bekeken met de werkvorm: Vertelpatonime
Deze film is gemaakt door de volgende studenten:
Madelon, Patrick, Chris, Maroesja, Amber
De film is een goed middel om aankomende leerkrachten te ondersteunen bij het aanbieden van een drama/dans werkvorm voor een bovenbouwgroep van 25 – 30 leerlingen
Voldoende.
Duidelijk wordt hoe een aankomende leerkracht deze drama/ dans werkvorm aan kan bieden aan een bovenbouw klas van het basisonderwijs: Een leek zou door de getoonde stappen te volgen tot een dergelijke uitvoering van de werkvorm moeten kunnen komen
Voldoende
Motivatie: Het is te volgen maar wel een beetje langdradig, het zou wat concreter mogen.
In de film is de onderstaande informatie verwerkt:
• De naam van de werkvorm, met een korte toelichting van de werkvorm
• Mogelijke lesdoelen (zie dramadoelstellingen H2.2 van het dramaboek ‘Kijk op Spel’)
• Welke bron is gekozen n.a.v. het thema van de Kinderboekenweek van dit jaar
• Hoe deze bron is verwerkt in de uitvoering van de werkvorm
• Welke voorbereidingen er nodig zijn om deze werkvorm met 25 – 30 leerlingen uit te voeren
Voldoende
Motivatie: Ik mis de bron van het filmpje
In de film is de onderstaande informatie verwerkt
• Wie welke productierol op zich heeft genomen.
• De datum
• Het doel van de film (Beroepsproduct 1.1.1 Drama)
• De naam van de Hogeschool.
Goed
Motivatie: Dit staat allemaal duidelijk vermeld
Alle deelnemers van een subgroep zijn zichtbaar aanwezig in de film en spelen een rol.
Voldoende
Motivatie: De ene heeft een grotere rol dan de andere, maar iedereen heeft een rol.
In de instructiefilm zijn de volgende ‘scenes’ te herkennen:
• De werkvorm-in-werking-scene
Studenten laten de werkvorm zien, zoals deze na de voorbereiding en oefening, in de klas uitgevoerd kan worden.
• De detail-scenes
In een aantal heel korte scenes, laat steeds een detail zien waar je bij de uitvoering van de werkvorm in een bovenbouwgroep, op moet letten. Zie het boek ‘Kijk op Spel’ voor deze informatie.
Voldoende
Motivatie: De werkvorm word laten zien maar het is voorbeeld is niet helemaal goed.
De film heeft een prettig tempo en is boeiend, prikkelend voor de doelgroep.
Voldoende
Motivatie: Het is een beetje langdradig
Op de instructiefilm heeft de student middels een quadblogsessie van medestudenten commentaar ontvangen en verwerkt. Het commentaar wordt geschreven op basis van de bovenstaande punten.
Voldoende
De film duurt tussen de 4 en 5 minuten. Nee, het filmpje duurt langer