Muziek op de pabo

Welkom op de pagina voor muziek op de pabo. Op deze pagina vind je opdrachten die je aan studenten/leerlingen kan geven of je kan het gewoon zelf maken omdat het je leuk lijkt.
  

Feedback naar Danelle Kroon op luisteropdracht

Ik vond dat je de opdracht goed had uitgewerkt en alle aspecten van een luisteropdracht zaten erin. Als je leerlingen vragen stelt moet je zelf wel het antwoord erbij weten. Welke muziekinstrumenten hoorde je? Dit is een vraag die je stelde, maar het is handig dat je deze ook voor jezelf opschrijft. Daarnaast bestempel je meteen het muziekstuk met ‘saai’ terwijl je het zelf had uitgekozen. Misschien kan je het juist ‘leuk’ maken om de les zo te maken, dat jij het ook leuk zou vinden. Zo weet je ook of de leerlingen het leuk gaan vinden en niet saai. Daarnaast heb je heel goed de werkvormen uitgelegd alleen hoort creatief er niet ook bij? Ze maken toch een tekening? Tenslotte vond ik je opening heel erg leuk maar als je weet dat veel leerlingen de popmuziek leuk vind moet je wel goeie tegenargumenten betekenen voor de klassieke muziek. Als ik kijk naar het resultaat vind ik het goed uitgevoerd. Je hebt zelf de grafische partituur getekend en je hebt goed geluisterd naar de muziek. Daarnaast is de opbouw in je verhaal helder en duidelijk. Je hebt de stappen op chronologische wijze uitgevoerd. Ik hoop dat je deze les ook in de klas gaat uitvoeren

Feedback van Sanne-Marije

Onderwerp: Grafische partituur
Beoordeeld door Sanne-marije Rijn

Je hebt goed alle aspecten van een grafische partituur uitgewerkt. Bij het aspect klank heb je goed de klankduur,klankhoogte, klanksterkte en klankkleur uitgewerkt. Ook bij het aspect vorm heb je alles goed uitgewerkt. Je hebt duidelijk de vormprincipes,vormeenheden en compositievormen naar voren gebracht. Het aspect betekenis bestaat uit programma muziek, eigen betekenis en de functies van muziek, dit heb je ook goed uitgewerkt. Je hebt door verschillende symbolen te gebruiken een duidelijk beeld gegeven over hoe het muziekstuk in elkaar zit. Je hebt de juiste symbolen gebruikt die met de wind te maken hebben, zoals een ballon die door de wind wordt weggeblazen. De opdracht en wat de leerlingen kunnen doen, wordt ook goed naar voren gebracht. Het is goed dat je twee didactische werkvormen hebt gekozen in plaats van één werkvorm. Mijn tip voor je is dat je beter kan uitleggen wat de symbolen precies betekenen. Mijn top is dat je de opdracht gedetailleerd hebt uitgewerkt en de partituur ziet er super mooi uit.

Ingezongen liedje

LVF muziekles naar keuze

Docent: Maroesja Kool

Engels: dit lied word in het Engels gezongen.  
Natuur&techniek: de kinderen leren over hen lichaam en de ledematen die ze hebben.
Groep: 5/6
productdoel: de leerlingen kunnen het liedje zelfstandig met een karaoke versie van het liedje zonder de tekst.
Procesdoel: de kinderen kunnen door mee te bewegen op de muziek de tekst beter onthouden en ze weten de betekenissen van Engelse woorden (linker, rechter, voet en arm).
Vak: Muziek 

link met andere vakken: Natuur&techniek en Engels  

Lesspecifieke beginsituatie:
De leerlingen hebben al meerdere muzieklessen gehad waarbij de tekst op het bord stond of op papier en de kinderen dit met een karaoke versie meezongen.
Er is een grote kans dat veel leerlingen dit nummer al kennen daarmee kan ik rekening houden door hen het te laten voor doen tijdens de eerste keer dat ik het liedje laat horen. Er is een grote kans dat de leerlingen hiervoor veel gezeten hebben en daardoor actief mee zullen doen tijdens deze les. Ze mogen namelijk bewegen.

Materialen die je nodig hebt om deze les te kunnen geven:
30 liedteksten
digibord
muziekinstallatie

Inleiding:
Wanneer de leerlingen actief bezig zijn met schrijven ga ik voor de klas staan en pak ik een doos die ik uitpak. Er komen allemaal spullen uit: schoenen, pijltjes en een cd. Eerst pak ik de schoenen en leg bestudeer deze aandachtig. Als het goed is kijken er al een paar leerlingen op anders ga ik gewoon door tot dat ik bij de cd aan kom. Nu begin ik te praten tegen de klas. Ik zeg dat ik een cd heb gevonden in een doos waar op staat: hookey pokey. Ik zeg dat ze hun tafels leeg mogen maken omdat ze zo hard hebben gewerkt en we gezamenlijk de cd op kunnen zet. Het liedje begint en zo ook mijn muziek les.

Het lied is in het Engels waardoor de articulatie heel erg belangrijk is. De kinderen hebben al enige ervaring met het Engels maar sommige woorden kunnen nog onbekend zijn. Duidelijke uitspraak van dit woord is heel erg belangrijk om te doen omdat de leerlingen dit klakkeloos over zouden nemen. Wanneer ik geen duidelijk voorbeeld ben in dit proces zullen leerlingen het fout aanleren.

Vorm
Het lied word gezongen in een variatie vorm. Ze verwerken de melodie door middel van imitatie. Tijdens het liedje moeten ze bepaalde bewegingen doen wat de volgende voordelen heeft:
de leerlingen leren het lied beter te onthouden door de handelingen te koppelen aan de tekst.
de leerlingen leren op een actieve vorm Engelse woorden
de leerlingen labelen woorden aan lichaamsdelen
de leerlingen zijn bezig met een actieve werkvorm wat voor variatie zorgt op een dag dat ze geen gym hebben of een andere actieve werkvorm.
De leerlingen krijgen te maken met herhaling van een lied omdat het liedje zich steeds herhaalt met de zelfde ritme en toonhoogte alleen word 1 woord vervangen. Eerst is het de linker voet en daarna de rechter voet etc.

     Betekenis:
     De leerlingen doen dit voor hen plezier
     maar leren  tegelijkertijd ook wat. Zoals ik al
     eerder had verteld is deze les gekoppeld aan 
     Natuur&techniek en Engels.        
     De leerlingen leren Engelse woorden en zijn bezig met hen
     lichaamsdelen.

    Klank:de maat in het liedje is constant die je gebruikt om
    later andere lichaamsdelen aan het
    liedje toe te voegen. De klankkleur gebruik je niet tijdens de 
    les en de hoogte is wat de leerlingen aankunnen.
    Ik heb een lied gekozen dat in veel basisscholen al word
    gezongen en   
    uit mijn schoolboek komt waarin alle liedjes staan die
    geschikt zijn voor deze leeftijdsgroep (5/6). Klanksterkte
    gebruik ik doordat ik bij de liedtekst symbolen aan 
    toegevoegd heb.

warming-up:
Ik leer de leerlingen het lied aan door het eerst 1 keer te laten luisteren. Terwijl de leerlingen luisteren laat ik ze opstaan en doe ik een warming-up.
leerlingen draaien hun hoofd alle kanten op.
Leerlingen warmen hun benen op en gaan in een neutrale houding staan: ze zakken een beetje door de knieën en hen voeten staan een beetje uit elkaar.

Kern:
Eerst pak ik de belangrijkste Engelse woorden eruit: foot, hand, shake, turn around, right en left. Deze woorden zitten ook in de doos. Ik zeg dat de leerlingen deze woorden moeten gaan koppelen aan de voorwerpen die in de doos zitten. Ik pak elke keer een voorbeeld en beweeg hem zo, dat de leerlingen een beeld krijgen bij de betekenis van het woord.
Voorbeeld 1: Ik pak een linker schoen uit de doos en hou die omhoog. Ik heb alle woorden uit de doos opgehangen en/of opgeschreven op het digibord zodat de woorden overzichtelijk staan. De leerlingen moeten een Engels woord aan de schoen koppelen.
Differentatie: leerlingen krijgen na de uitleg een papier met de liedtekst erop zodat ze ook de betekenissen nog eens samen kunnen zien met de liedtekst. Dit kan hun helpen om later te bewegingen te doen. De leerlingen leren coöperatief het lied aan met simultane interactie.
Ik pak eerst de belangrijkste woorden uit het lied en vertel wat ze betekenen door interactie met de klas. De woorden: knie, armen, heup, voet en armen vertalen de leerlingen samen met links en rechts. Nadat de leerlingen de betekenissen weten deel ik het blad uit met de tekst van het liedje met toegevoegde afbeeldingen. De leerlingen zien op dit blad niet alleen wat ze moeten zingen maar ook de betekenis van de belangrijke woorden. Leerlingen die al iets boven het niveau zitten kan ik andere lichaamsdelen vragen in het Engels. Leerlingen die het moeilijk vinden zien later op het blad dat ik uitdeel hulp afbeeldingen. Ik kies voor een actieve werkvorm want de leerlingen moet meezingen en mee bewegen. Er is veel variatie omdat je zelf andere bewegingen kan bedenken en andere lichaamsdelen kan toevoegen aan het liedje. Ik doe zelf actief mee waardoor de kinderen ook eerder geneigd zijn om actief mee te doen. De leerlingen mogen eigen inbreng geven tijdens het lied als er meer variatie nodig is tijdens het spel. Ik maak tenslotte duidelijk dat er dezelfde regels gelden als in andere lessen. De leerlingen die klassendienst hebben mogen de liedteksten naar de instructie uitdelen. De stoelen hebben de kinderen al in de kring gezet wanneer deze les werd aangekondigd.


Domeinen
De volgende twee domeinen hebben te maken bij het aanleren van dit muziek stuk:
zingen en bewegen.
Zingen
De leerlingen houden de basishouding aan die ik tijdens de warming-up heb aangegeven. Door de weggeef techniek leren de leerlingen het liedje. Ik zing eerst het hele liedje en de leerlingen zingen dan alleen mee met waar afbeeldingen staan op hun liedtekst. De belangrijkste woorden hebben tekeningen en die heb ik van te voren al besproken met ze. Daarna zingen ze het refrein mee en daarna de coupletten.
Bewegen
De leerlingen moeten hun tafels wegzetten om een grote ruimte te kunnen creeren. Als dit niet kan in de klas kunnen ze het ook achter hen tafel doen. De leerlingen weten wat ze moeten doen met behulp van de liedtekst. Er is genoegruimte om dit te verwezenlijken. De leerlingen bewegen op één plaats.
Doordat ze het domein zingen en bewegen gebruiken noem je dit ook wel een speellied.


slot:
We zingen het lied samen en door mijn hand in de lucht te gooien weten de leerlingen wanneer er een nieuw couplet komt. Van te voren heb ik een handgebaar afgesproken met de klas wanneer het laatste couplet is zodat we singroon kunnen stoppen. We zingen het lied samen en door mijn hand in de lucht te gooien weten de leerlingen wanneer er een nieuw couplet komt. Van te voren heb ik een handgebaar afgesproken met de klas wanneer het laatste couplet is zodat we singroon kunnen stoppen.
De leerlingen kunnen zelf een omtrek maken van het menselijk lichaam en bijbehorende lichaamsdelen bij schrijven. Dit zorgt meteen voor een koppeling naar de volgende les natuur&techniek. Ook kan je makkelijk koppelen naar een gym les en daar dezelfde bewegingen herhalen. Ik weet dat de leerlingen hun doel hebben behaald als ze het liedje zonder de tekst mee kunnen zingen en de juiste bewegingen kunnen doen passend bij het juiste woord.

Grafische partituur

Voor muziek had ik de opdracht om een grafische partituur te maken van een bekend muziekstuk.
Hieronder zie je daarvan de uitwerking:

Luisteropdracht

Voor mijn luisteropdracht gebruik ik een grafische partituur die ik gemaakt heb op het nummer van Brian Crain – Wind.

De volgende aspecten van een grafische partituur werk ik uit:

1.       klank

2.       vorm

3.       betekenis

Aspect klank

Klankduur: tijdens de  luisteropdracht ligt hier de nadruk op omdat sommige symbolen op de grafische partituur dicht tegen elkaar aan zitten en andere wat verdere. Dit geeft de duur van de klanken aan. Zijn er ook rust momenten of niet?

Klankhoogte: tijdens de luisteropdracht ligt hier wel de nadruk op want je ziet dat de symbolen  op verschillende hoogtes staan.

Klanksterkte: tijdens de luisteropdracht ligt hier niet de nadruk op want je ziet niet in de symbolen een verschil in sterkte.

Klankkleur: tijdens de luisteropdracht ligt hier wel de nadruk op want je ziet verschillende symbolen op de grafische partituur. Klankkleur is het belangrijkste tijdens deze luisteropdracht. Je ziet verschillende symbolen die allemaal verband hebben met wind. Door goed te bestuderen kunnen ze zien welk stuk het meeste voor komt en welke melodie zich herhaalt.

Aspect vorm

Dit aspect bestaat uit:

- vormprincipes

-vormeenheden

- vormtechnieken

-compositievormen

-vormprincipes: er is sprake van herhaling van twee stukken die de hele tijd worden herhaald. Er is elke keer variatie in dezelfde stukken in toonhoogte of toonduur. Soms word het zelfde stuk net iets hoger gespeeld of net in een andere volgorde.

- vormeenheden: het thema van mijn grafische partituur is wind. Zelfs als je de titel van het lied bovenaan de grafische partituur weglaat zouden de kinderen moeten weten waar dit lied over kan gaan. Alle symbolen die ik heb gebruikt hebben betrekking op dit thema. De leerlingen

-vormtechnieken:  er is spreke van een ostinaat. Het eerste melodie word de hele tijd herhaald alleen dan op de achtergrond. Daarnaast zijn er op de voorgrond nog twee stukken die de hele tijd worden herhaald. Alleen kleine veranderingen zoals toonhoogte en toonduur zorgen voor verschillen.

- compositievormen:  er komt herhaling in de grafische partituur voor. Het eerste stuk lijkt het ‘refrein’ maar als je goed luistert is het tweede stuk juist het ‘refrein’. Het eerste stuk is precies het zelfde alleen 1 symbool is anders die je in andere stukjes nog wel terug komt maar niet als geheel. 

Aspect betekenis

Dit aspect bestaat uit:

- programma muziek

- eigen betekenisgeving

- functies van muziek

- programmamuziek: de sfeer van het liedje is treurig dit kan je merken door te luisteren en door het bestuderen van de grafische partituur. Treurige verhalen die jezelf mee hebt gemaakt kan je hieraan koppelen of een ervaring met de regen en/of wind. De wind is een natuurverschijnsel waar het hele liedje de nadruk op wordt gelegd.

- eigen betekenisgeving: Kinderen kunnen dit koppelen aan treurige verhalen van hen verleden of een ervaring met de regen en/of wind.

-functies van muziek: de kinderen kunnen het natuurverschijnsel wind koppelen aan andere woorden. De kinderen zien in dat muziek emoties kan los brengen. De functie is dus psychologisch van aard.

Ik heb op de volgende twee manieren veel betekenis aan mijn grafische partituur gegeven:

1.       de leerlingen zien verschillende symbolen. Elk symbool geeft een patroon in stukjes die zich kunnen herhalen. Zo zie je dat het eerste stuk zich meerdere keren herhaalt. De leerlingen kunnen zien dat er iets verandert door alleen de twee stukken te vergelijken op basis van deze symbolen.

2.       alle symbolen hebben betrekking op de naam van het liedje: Wind. Het liedje zelf is heel erg verdrietig en daarom is het heel belangrijk om de juiste symbolen uit te kiezen voor de grafische partituur. Tijdens dit lied kan je moeilijk een grafische partituur maken met allemaal lachende gezichtjes. Dit kan misconcepties veroorzaken over de betekenis van wind en de vorm van de muziek.

hoe luisteren de kinderen?

De kinderen luisteren Analytisch, motorisch en creatief.

Analytisch en motorisch omdat er gebruik word gemaakt van een grafische partituur die ze later ook zelf moeten maken. Daarnaast kunnen de leerlingen onbewust mee bewegen met de muziek of kan deze muziek gevoelens losmaken.

Creatief omdat de leerlingen aan het begin van de les een tekening moeten maken over wat zij voelen en denken bij het liedje daarnaast moeten ze ook een grafische partituur maken waar ze zelf symbolen mogen bedenken.

Opdrachten:

De leerlingen zien op de grafische partituur die ik heb gemaakt dat er aan het einde huisjes bruin zijn gekleurd. Ik zal eerst vragen wat er gebeurd tijdens dit stuk. Waarom verschilt deze met alle andere? Het antwoord is dat de toonhoogte anders is. De leerlingen mogen opnieuw dit stukje van de grafische partituur maken alleen dit keer mogen ze zelf bepalen hoe ze het verschil in toonhoogte gaan aangeven. Maken ze de huisjes ook een andere kleur of zullen ze de huisje hoger maken  om de hoge klanken aan te geven. Alles mag zolang ze alleen de toonhoogte anders aangeven.

Wat kunnen de leerlingen doen?

De leerlingen kunnen zelf creëren door de opdracht die ik ze ga geven. Ook kunnen ze zelf noteren door na te denken welk muziekstuk zich herhaalt en hoe vaak. 

Didactische werkvorm voor activiteit:

opdrachtvorm: de leerlingen krijgen 2 opdrachten. De eerste is als opening van de les en de tweede is ook wel de verwerkingsopdracht. Ze mogen zelf een grafische partituur maken van het liedje. Er zijn twee mogelijkheden:

1.       De klas word onderverdeeld in groepjes en elk groepje mag 1 deel van het liedje in een grafische partituur verwerken. Hierbij is het belangrijk dat er eerst klassikaal besproken is hoeveel soorten stukken er zijn en waar de verschillen op gebaseerd zijn.

2.       De leerlingen mogen individueel het stuk met de bruine huisjes op de grafische partituur veranderen.  Ze mogen allemaal hetzelfde stuk veranderen. Hierbij is het belangrijk dat de leerlingen weten dat de toonhoogte hier anders is.

Coöperatief leren:

De leerlingen kunnen samen werken om de opdracht te maken in groepjes. Als leerlingen al enige ervaring hebben met een grafische partituur kunnen ze  ook gezamenlijk een grafische partituur maken voor dit liedje. Klassikaal moet er eerst goed besproken worden welke stuken worden herhaalt en wat er steeds gebeurt bij de nieuwe stukken. Verandert de toonhoogte?

Verassende opening:

De leerlingen krijgen de opdracht om te luisteren naar het liedje en een tekening te maken van wat ze voelen/denken bij dit nummer. De titel word niet gezegd tegen de leerlingen zodat ze ook niet weten dat het over wind gaat. Daarna bespreken we klassikaal wat iedereen dacht en daarvan maak ik een woordweb.