Kennismaken met juf Maroesja

Hoi iedereen,

Mijn naam is Maroesja Kool en vanaf het jaar 2014 zit ik op de Pabo in Amersfoort. Ik zal hierop van alles plaatsen wat voor mede leerlingen en/of leerkrachten interessant is. Natuurlijk hoef je niet een Pabo student of leerkracht te zijn om hier rond te kunnen neuzen. Ik zal lee en over elke stage dag wat vertellen. Wie weet doe jij later ook de pabo ;)

19 okt 2014

Script voor vertelpantonomie

script voor vertelpantonomie



Vertelpantomime


Gemaakt door: Amber Storm, Chris de Laak, Patrick Peschier, Madelon Kolkhuis  en Maroesja Kool
Studentnummers:
Klas 1 C
Cursuscode:
Onderwijseenheid: Creatieve vakken
Vak: Drama
Docent:
Datum:

Wat is het?
vertelpantomime is een vorm van een dramatisch spel waarbij de leerkracht een verhaal verteld en de leerlingen dit gezamenlijk uitbeelden met de hele klas. Dit doen ze met mim, beweging,gebaar en houding om zo de rollen of voorwerpen uit te beelden.

Voordelen
Deze vorm is stimulerend voor de non-verbale communicatie omdat er door de leerlingen niet mag worden gesproken. Het verbeterd ook de concentratie en de fantasie.

Welke leeftijd?
Het is geschikt voor zowel de bovenbouw als de onderbouw. Let er bij de onderbouw op dat je van te voren het verteld en vast bewegingen en houdingen oefent.
Bij de bovenbouw is het belangrijk om een niet te kinderachtig verhaal uit te kiezen en dat de klas waarmee je het doet nog weinig ervaring heeft met drama.

Belangrijke punten:
fysieke inzet
uitvergroten
wees precies
geen verbale communicatie.

Warming-up
Als warming-up kun je de lastige bewegingen oefenen met de kinderen. Zo weten ze wat ze moeten doen en herkennen ze delen in het verhaal.
Beschrijf ook de locatie (voorkant,achterkant van het schip).
Tenslotte is het ook belangrijk om duidelijk te zijn met wat je wilt dat de kinderen doet en dat je moeilijke woorden zo veel mogelijk vermijd.

Verloop samenwerking:
De samenwerking bij ons begon heel erg goed maar later was het wat minder. Dit kwam door een verkeerde communicatie die wij hadden waardoor er geen duidelijke taakverdeling meer was. Gelukkig hebben wij dit met ze alle kunnen oplossen en zijn we ook op tijd met onze instructie van vertelpantomime. De volgende keer moeten we duidelijke afspraken maken en moeten we van te voren bespreken hoe wij de communicatie gaan doen.


Taakverdeling:
Patrick Peschier: theorie script
Madelon Kolhuis Tanke: demonstratie script.
Amber Storm: demonstratie script
Maroesja Kool: montage en muziek/geluiden
Chris de laak: theorie script

Rollen:
Patrick Peschier: Docent
Madelon Kolhuis Tanke: Leerling en uitlegger
Amber Storm: Leerling e warming-up
Maroesja Kool: Voice over en uitlegger
Chris de Laak: leerling en filmer

Scènes:
Aantal scènes: 7
Tijdsduur per scene:  de tweede scene is het langst (halve minuut) samen met de vijfde scene (1 minuut).
Duur van voice over: 20 seconden
Totaal duur: 3 minuten en 53 seconden
Scene 1: Patrick Peschier (docent), Amber Storm (leerling) en Chris de Laak (leerling)
Scene 2: Madelon Kolkhuis Tanke (uitleg)
Scene 3: Maroesja Kool (uitleg)
Scene 4: Amber Storm (docent), Chris de Laak (leerling) en Madelon Kolkhuis Tanke (leerling)
Scene 5: Patrick Peschier (docent), Chris de Laak (leerling) en Amber Storm (leerling)
scene 6: Maroesja Kool (voice over en uitleg)
scene 7: aftiteling en bloopers

script:
Patrick Peschier
Introductie
Jongens en meisjes we gaan zomenteen een vertelpantomime doen. Ik ga jullie een verhaal vertellen en dat gaan jullie hellemaal uitbeelden. Jullie hebben al wat oefeningen gedaan.

Madelon Kolkhuis Tanke
Wat is vertelpantomime?
Voor welke groep?
Wat stimuleert het?
Wat zijn belangrijke kenmerken?

Vertelpantomime is een vorm van dramatisch spel waarbij de leerkracht een verhaal vertelt en de leerlingen dit gezamenlijk in de klas uitvoeren. Deze vorm stimuleert de non-verbale communicatie omdat de leerlingen niet mogen spreken. Het verbeterd ook de concentratie en de fantasie van de kinderen. Het is zowel geschikt voor de bovenbouw als de onderbouw. Bij de onderbouw moet je erop letten dat je eerst met de leerlingen de moeilijke dingen bespreekt zodat ze in het verhaal weten waarover het gaat. Bij de bovenbouw moet je erop letten dat je een beetje een stoer verhaal kiest en dat je een klas kiest die nog niet zoveel drama heeft gehad. Belangrijke punten bij vertelpantomime zijn: fysieke inzet, uitvergroten, kinderen moeten het precies doen en geen verbale communicatie.
  

Maroesja Kool:
Waar moet je op letten bij een vertelpantomime?
Bij een vertelpantomime is het belangrijk dat het in de tegenwoordige tijd gaat gebeuren en niet in de verleden tijd. Daarnaast is het belangrijk dat er bewegingen  zijn die de hele klas kunnen doen en ook tegelijk met ze alle gaan doen.

Amber Storm
Warming-up
We gaan verschillende houdingen doen als warming-up voor de houding.
Amber zegt: ‘stoer en denken’. De leerlingen (Madelon en Chris) doen dit na als opwarming voor het verhaal.
Als warming-up voor bewegen gaan we alvast verschillende houdingen uit het verhaal alvast uit proberen. Roeien, graven en balanceren.
Amber zegt: ‘roeien, graven en balanceren’. De leerlingen (Madelon en Chris) doen dit na als opwarming voor het verhaal.

patrick Peschier:
Het verloop van het verhaal.
ze gaan in de roeiboot zitten en moeten tien keer roeien willen ze bij het eiland aan komen. Eenmaal aangekomen zien ze dat ze bij een hele woeste rivier aangekomen zijn. Daar ligt een hele grote boomstam over de rivier. Dat is de enige weg er overheen maar dat moet wel heel voorzichtig. Dus heel voorzichtig een voor een balanceren ze er overheen. Eenmaal aan de overkant, beginnen ze als een gek te graven onder de boom. En jawel hoor, daar komt die, een hele grote schatkist. Ze zetten de hele grote schatkist op de grond en beginnen te friemelen aan het slot tot ze het open kunnen krijgen. Ja, de schatkist is open. Allerlei ballonnen, slingers en feestelijke versieringen komen eruit.

Maroesja kool:
Wat ging er fout?
Hier is de docent niet duidelijk in wat hij wilt dat de leerlingen doen. Hij zegt namelijk het woordje feest met slingers en ballonnen. De ene leerling kan rondjes rennen en de andere leerling kan springen. Dit zorgt voor chaos in de klas.

Maroesja Kool:
Wat kan je beter doen?
Je kan beter het woordje feest koppelen aan een activiteit. Bijvoorbeeld een rondje draaien of klappen. Bij kinderen moet je dus heel duidelijk zijn en kan je niet zomaar het woordje feest gebruiken.  

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten